Agnès Varda

Agnès Varda

Het baanbrekende werk van Agnès Varda stond centraal in de ontwikkeling van de invloedrijke Nouvelle Vague, de Franse filmbeweging uit de jaren vijftig en zestig van de vorige eeuw. Varda zocht in haar werk naar documentair realisme. Vrouwenvraagstukken en andere sociale kwesties sneed ze aan in haar eigen kenmerkende, experimentele stijl.

JEUGD & STRAND
Agnès Varda werd in 1928 in België geboren als kind van een Franse moeder en Griekse vader. De Belgische stranden waren deel van haar jeugd en zouden haar haar leven lang inspireren. Stranden werden personages in veel van haar films. Tijdens de Tweede wereldoorlog woonde Varda op een boot in de buurt van het Franse Sète. In LES PLAGES D’AGNÈS (2008) liet ze een weergave van dit leven zien. Zoals in veel van haar films probeert ze emoties terug te halen door situaties te recreëren. De beelden van haarzelf met haar broers en zussen spelend op het strand van vroeger in LES PLAGES D’AGNÈS zijn allesbehalve sentimenteel. Ze observeert anderen en zichzelf. Zo probeert ze haar jeugd opnieuw te beleven, maar ze accepteert dat ze niet goed weet wat ze er mee moet.

Het typeert de filmmaakster die niet alleen dicht bij haar personages staat, maar ook dicht bij haar eigen leven blijft. “Het gereedschap voor ieder zelfportret is de spiegel. Je ziet er jezelf in. Draai hem om en je ziet de wereld."

STUDIE
Agnès Varda ging letterkunde en psychologie studeren aan de Sorbonne in Parijs. Ze vond Parijs grauw en beangstigend en voelde zich niet erg thuis op de universiteit. Ze vond de lessen maar “achterlijk, achterhaald, abstract en schandalig ongepast voor de ambitieuze behoeften die men op die leeftijd heeft”.

Vervolgens ging ze kunstgeschiedenis studeren aan de l’Ecole du Louvre omdat ze curator wilde worden.

Ze werkte tien jaar (1951-1961) als theaterfotograaf. De relatie tussen foto en film is in haar werk altijd symbiotisch gebleven. Samen vormen ze een kunstvorm. “Ik maak foto’s of ik maak films. Of ik stop films in de foto’s, of foto’s in de films.

HET BEGIN VAN HAAR FILMCARRIÈRE
De jonge Agnès Varda beschouwde zichzelf niet als cinefiel, integendeel… toen ze midden twintig was, had ze hooguit een tiental films gezien. Niet gehinderd door bestaande regels of voorschriften ging ze filmen. Ze vond het makkelijk om de regels van het film maken te breken 'aangezien ik die toch niet kende'. Improviserend ging ze filmen.

Het speelfilmdebuut van Varda als regisseur (en schrijver) was LA POINTE COURTE in 1955. De film toont abstracte composities en een gestileerde, abrupte montage van gesprekken. Officieel was de Nouvelle Vague nog geen beweging, maar in LA POINTE COURTE zien we haar kenmerken al terug en de film wordt beschouwd als de eerste van de invloedrijke stroming. We zien een ongelukkig stel in een vissersdorp. Varda combineerde professionele acteurs met bewoners uit het dorp om een realistisch gevoel te geven. Het is het begin van haar eigen documentairestijl, geïnspireerd door het neorealisme. François Truffaut, één van de latere boegbeelden van de Nouvelle Vague, noemde de film “een experimenteel werk, ambitieus, oprecht en intelligent”. De film was echter vooral een artistiek succes en wist het grotere publiek niet te bereiken. In de zeven jaar volgend op LA POINTE COURTE maakte Varda alleen nog maar korte films. Ze was haar tijd vooruit. Pas toen de Nouvelle Vague als vernieuwende filmstijl erkend werd en een grote culturele impact had, ging men haar vroege werk zien en waarderen. De film die de Nouvelle Vague op de kaart zette was À BOUT DE SOUFFLE van Jean-Luc Godard uit 1960.

In 1962 maakte Agnès Varda CLÉO DE 5 À 7. Haar inmiddels herkenbare stijl van half fictie en half documentaire was ook in deze film terug te zien. De film werd genomineerd voor de Gouden Palm op het Filmfestival van Cannes. Het is een introspectieve en intellectuele film met duidelijke Nouvelle Vague invloeden. De hoofdpersoon is bang dat ze kanker heeft en wacht op de uitslag van het onderzoek. Met haar zien we de wereld om haar heen op een nieuwe manier.

AMERIKA
In de tweede helft van de jaren zestig maakte Agnès Varda een aantal opvallende films in de Verenigde Staten. Als ze in San Francisco is om haar werk te promoten, ontmoet ze een voor haar onbekend familielid. Over deze schilderende hippie-oom maakt ze de korte film ONCLE YANCO (1967). In Amerika lag haar focus op de bewegingen die zich verzetten tegen de dominante cultuur en politiek. Niet alleen oom Yanco was daar een exponent van, maar ook de Black Panthers. Over hen maakte ze een korte film, nadat ze had gezien hoe één van hun leiders, Huey Newton, werd gearresteerd voor de moord op een politieagent. De nadruk in die film lag op de demonstraties die mensen hielden ter ondersteuning van Newton. “Ik wil geen serieuze, irritante socioloog worden. Ik probeer sociologie als deel van het dagelijks leven te zien.

Varda was tevens één van de regisseurs die een segment maakten voor LOIN DE VIETNAM (1967), een aanklacht tegen de Amerikaanse inval in Vietnam. In de film betuigen zeven verschillende regisseurs, waaronder ook Jean-Luc Godard en Joris Ivens, hun steun aan Noord-Vietnam.

In 1968 maakte Varda de film LION’S LOVE. Een film over acteurs in Hollywood en een regisseur die een film over acteurs en Hollywood wil maken. De film is een viering van de Amerikaanse counterculture. Varda had duidelijk haar plek gevonden, want ze beschikte over een uitzonderlijke cast: de schrijvers van de hippiemusical Hair, Viva, één van de muzen van Andy Warhol en Peter Bogdanovich. Jim Morrison is te zien in een cameo. “Ik voelde me niet aangetrokken door de Amerikaanse cinema, maar werd verliefd op Los Angeles op het moment dat ik er arriveerde”.

Varda had al sinds 1958 een relatie met filmmaker Jacques Demy. Ze zouden tot zijn dood in 1990 samen zijn. Demy is vooral bekend als maker van LES PARAPLUIES DE CHERBOURG (1964) en LES DEMOISELLES DE ROCHEFORT (1965). In 1980 keerde Varda samen met Demy terug naar de Verenigde Staten om hun geluk te beproeven in Hollywood. Het werd een grote mislukking en ze keerden gedesillusioneerd terug naar Frankrijk.

BELANGRIJKE FILMS
Met L’UNE CHANTE, L’AUTRE PAS (1977) wilde Varda aandacht vragen voor vraagstukken rond abortus en geboorte. De film toont een verhaal met muziek over een lange vriendschap tussen twee vrouwen vanuit een liberaal feministisch oogpunt.

In 1985 verscheen SANS TOI NI LOI , waarschijnlijk Varda’s bekendste film. De film won een Gouden Leeuw op het filmfestival van Venetië. In het zuiden van Frankrijk wordt het lichaam van een jonge vrouw gevonden. De film toont de laatste weken van haar zwervende bestaan. Ze ontmoet verschillende mensen, maar geen van hen leert haar werkelijk kennen. De film combineert klassiek verhalende scènes over haar leven met pseudo-documentaire segmenten waarin de mensen die haar kenden rechtsreeks in de camera praten. Een typische Vardafilm dus.

Met JACQUOT DE NANTES maakte Varda in 1991 een liefdevolle film over de jeugd van Demy. Het is een ode aan zowel haar grote liefde als de cinema. Ook met LES CENT ET UNE NUITS DE SIMON CINÉMA (1995) over een oude man met een grote liefde voor films, eerde Varda de cinema.

Waarschijnlijk kan gesteld worden, dat LES GLANEURS ET LA GLANEUSE (2000) Varda internationaal als documentairemaker op de kaart zette. Het is een intiem portret van de glaneurs en glaneuses die Varda ontmoet: mensen die vinden, oprapen en recyclen. Sprokkelaars. Uit noodzaak, bij toeval of vanuit een bewuste keuze leven zij van de resten van anderen. Ook Agnès Varda is een glaneuse. Filmen is een vorm van sprokkelen: beelden en verhalen worden gevonden, verzameld en krijgen een bestemming in het geheel. Het is misschien wel de beste typering van haar werk.

Ze observeert, maar is zelf deel van de interactie, waardoor ze zichtbaar invloed heeft op wat ze laat zien. Haar films worden ook steeds persoonlijker naarmate ze ouder wordt. Van LES PLAGES D’AGNÈS (2008) en VISAGES VILLAGES (2017) tot en met de laatste en meest persoonlijke: VARDA PAR AGNÈS (2019).

Ik ben nieuwsgierig. Punt. Ik vind alles interessant. Het echte leven. Nepleven. Objecten. Bloemen. Katten. Maar bovenal mensen. Als je je ogen en geest open houdt, kan alles boeiend zijn.

FILMBEWEGINGEN
Agnès Varda vertegenwoordigde de Franse Nouvelle Vague al voor die feitelijk bestond. Het belang van Varda voor deze culturele beweging werd met terugwerkende kracht erkend. Parijs was lange tijd de bakermat voor de naoorlogse culturele en sociale stromingen die aan het eind van de jaren zestig overal in Europa in zwang waren.

The Guardian vroeg Varda in 2018 hoe het voelde om ‘de grootmoeder van de Nouvelle Vague’ genoemd te worden. “Ik vond het grappig, want ik was toen 30 jaar oud! Truffaut maakte LES QUATRE CENTS COUPS en Godard À BOUT DU SOUFFLE, maar ik had dat vijf jaar eerder al gedaan in 1955 met LA POINTE COURTE, mijn eerste film. Toen ik jonger was, vonden mensen een nieuwe manier van schrijven uit – James Joyce, Hemingway, Faulkner. En ik vond dat we een nieuwe structuur voor de cinema moesten vinden. Ik vocht voor de radicale cinema en ben dat mijn hele leven blijven doen.

Voor de Nouvelle Vague als zodanig erkend werd, kende Parijs de Rive Gauche beweging, waarbij de linkeroever van de Seine symbool stond voor een artistieke en intellectuele levensstijl. Schrijvers en schilders als Pablo Picasso, Henri Matisse, Ernest Hemingway, F. Scott Fitzgerald werden tot de stroming gerekend, maar ook filmmakers maakten deel uit van de gemeenschap en Varda was daar één van. Ook Jacques Demy en Alain Resnais worden tot de Rive Gauche filmmakers gerekend.

De leden van de groep hadden vaak een achtergrond in het maken van documentaires, een linkse politieke oriëntatie en een grote interesse in artistieke experimenten. Ze zagen film als een kunstvorm. Varda en andere filmmakers op de linkeroever ontwikkelden een manier van filmen die een sterk sociaal gemotiveerde benadering van film, de documentaire, combineerde met een van de meest experimentele benaderingen, de avant-garde. Inhoud en vormgeving vormden daardoor een nieuwe eenheid.

STIJL
Martin Scorsese noemde Varda één van de ‘Gods of Cinema’. Hij zei: “Elk van haar opmerkelijke, ambachtelijke films, zo schitterend balancerend tussen documentaire en fictie, is uniek – elk beeld, elke cut”,

In haar werk maakt Varda vaak gebruik van locatie-opnamen Dat deed ze al toen de beperkingen van de geluidstechnologie het veel makkelijker maakten om binnenshuis te filmen. Maar geconstrueerde decors en geschilderde achtergronden pasten niet in het beeld dat zij voor ogen had. Ook het gebruik van niet-professionele acteurs was onconventioneel. Ze volgde haar eigen instincten en schiep daarmee haar eigen stijl.

In LA POINTE COURTE was ze geïnteresseerd in de theorie van 'l'imagination des matières'. Die laat bepaalde persoonlijkheidskenmerken corresponderen met concrete elementen in de materiële wereld. ”Dit uit zich in LA POINTE CORTE als de persoonlijkheidskenmerken van de personages botsen. Die botsing blijkt uit de tegenstelling van objecten als hout en staal.

Veel van Varda's films gebruiken protagonisten die gemarginaliseerd zijn, of afgewezen door de samenleving. Varda omschreef haar methode van filmen als 'cinécriture' ('filmisch schrijven' of 'schrijven op film'). Ze was van mening dat alle rollen bij het maken van een film tegelijkertijd moesten samenkomen om een samenhangende film te maken. Schrijver, cameraman/vrouw en regisseur dragen samen een boodschap uit en vervullen hun taak niet los van elkaar.

Door haar achtergrond in de fotografie zijn stilstaande beelden vaak belangrijk in de films van Agnès Varda. Stilstaande beelden/foto’s kunnen symbolische of narratieve doeleinden dienen. Soms gebruikt ze juist het conflict tussen stilstaand en bewegend beeld in haar films om haar boodschap over te brengen. Ze was zich zeer bewust van de implicaties die elke keuze die ze maakte voor de film had. Elementen van een film zijn zelden alleen functioneel, maar krijgen betekenis in een groter geheel.

FEMINISME
Ik weet niet wanneer ik me realiseerde dat het niet alleen om vrijheid ging, maar ook om de vraag of het gevecht van de vrouwen collectief gevoerd zou worden of niet.

Alhoewel Varda niet actief betrokken was bij de strikte agenda's van de feministische beweging, concentreerde ze zich vaak thematisch op vrouwenkwesties. Ze probeerde nooit haar werkwijze te veranderen of aan te passen om deze conventioneler of geaccepteerder (en dus mannelijker) te maken. “Ik probeerde te leven als vrolijke feministe, maar eigenlijk was ik woest”. CLÉO DE 5 À 7 confronteert de traditioneel geobjectiveerde vrouw met zichzelf door Cléo haar eigen visie te geven. Ze kan niet worden geconstrueerd door de blik van anderen. Cléo heeft het vermogen om haar lichaam te ontdoen van de attributen waar naar gekeken wordt (zoals kleding of pruiken).

SANS TOIT NI LOI wordt beschouwd als een van Varda's grote feministische werken vanwege de manier waarop de film omgaat met de de-fetisjisering van het vrouwelijk lichaam.
In 1971 was Varda een van de 343 vrouwen die het ‘Manifest van de 343’ ondertekenden en daarmee toegaven dat ze een illegale abortus hadden ondergaan. Ze riepen er toe op abortus in Franrijk te legaliseren.

In 1977 richtte Varda haar eigen productiemaatschappij op, Cine Tamaris. Hierdoor kreeg ze meer controle over haar werk.

DE GROTE LIEFDE
Agnès Varda ontmoette Jacques Demy in 1958 op het Festival van Tours. In 1959 kwam hij bij haar wonen. Ze had al een dochter, Rosalie. Varda en Demy kregen samen een zoon, Mathieu. Demy zou Rosalie wettelijk adopteren. Beide kinderen waren in haar films te zien. Rosalie produceerde in 2017 VISAGES VILLAGES voor haar moeder.

Varda noemde Demy na zijn dood 'de meest beminde dode', en ze beef altijd rozen en begonia’s over zijn graf strooien. De bloemen die ze hem anders bij leven had gegeven.

PRIJZEN
Agnès Varda werd onderscheiden met een aantal belangrijke oeuvreprijzen. De filmfestivals van Cannes, Venetië en Locarno eerden haar met speciale prijzen voor haar volledige werk. En zowel de Oscar Academy, als de European Film Awards en de Césars gaven haar Honorary of Lifetime Achievement Awards. Ze was de eerste vrouw die een dergelijke Award bij de Oscars won.

VISAGES VILLAGES (2017) werd genomineerd voor de Oscar voor Beste Documentaire. Hiermee werd Varda de oudste persoon ooit genomineerd voor een Oscar. Ze was toen 89.

SANS TOI NI LOI heeft geld opgebracht, maar geen van mijn andere films heeft dat gedaan. Het spijt me; ik moet films maken op mijn manier. Ik heb nooit een beroemd boek verfilmd, zelden met beroemde acteurs gewerkt. Ooit speelde Catherine Deneuve in een film die LES CRÉATURES heette. Dat was mijn grootste flop! Ik heb niks met succes. Ik heb iets met filmmaken. Ik heb mijn ere-Oscar met plezier en bescheidenheid in ontvangst genomen. Het was interessant te weten dat ik als filmmaker besta in Hollywood, al heb ik nooit een blockbuster gemaakt", aldus Agnès Varda in haar laatste interview in The Guardian.

In 2019 vroeg de BBC 368 filmexperts uit 84 landen om de 100 beste films van vrouwelijke regisseurs te noemen. Varda was de meest genoemde regisseur, met zes verschillende films op de lijst.

Agnès Varda overleed op 29 maart 2019, zij werd 90 jaar oud. 

Geraadpleegde bronnen:
Criterion,The Guardian, Wikipedia, The Hollywood Reporter, Indiewire, Brittanica

Fotografie:
Meran Georges

Films van Agnès Varda

Varda par Agnès

2019

Varda par Agnès

In VARDA PAR AGNÈS blikt de Franse regisseur Agnès Varda (1928-2019) terug op haar leven achter de camera en richt hiermee de lens op zichzelf.

Visages Villages (Faces Places)

2017

Visages Villages (Faces Places)

Regisseuse en fotografe Agnès Varda (LES GLANEURS ET LA GLANEUSE, LES PLAGES D’AGNÈS) is een markante figuur in de Franse cinema. Samen met JR, een eigenzinnige kunstenaar met een grootse verbeelding, vormt ze een uniek duo. Agnès is inmiddels in de tachtig, JR midden dertig. Hun belevingswerelden komen samen in VISAGES VILLAGES (FACES PLACES). Ze laten zich leiden door toeval, passie en intuïtie.

Meld je aan en mis geen filmnieuws