Wong Kar Wai is een filmmaker uit Hongkong die met IN THE MOOD FOR LOVE één van de meest gelauwerde films ooit maakte. Hij behoort tot de internationaal succesvolste filmmakers uit Hongkong en gebruikt herkenbare elementen uit de commerciële cinema om zijn eigen stijl te vinden: grote sterren, romantiek, muziek en gewelddadige confrontaties. Daarmee schept hij een poëtisch en lyrisch filmuniversum.
ZIJN JEUGD
Wong Kar Wai werd geboren in Shanghai in 1958. De gevolgen van de Culturele Revolutie in China lieten zich voelen en toen Wong Kar Wai vijf jaar oud was, besloten zijn ouders naar Hongkong te vertrekken dat toen nog een Brits protectoraat was.
In Shanghai wordt voornamelijk Mandarijn gesproken. Pas op zijn achtste leerde Wong Kar Wai ook Kantonees en Engels te spreken. Dat ging moeizaam. Het maakte hem een outsider met een eigen perspectief op Hongkong. Zijn blik is zowel emotioneel als bewonderend en dat is terug te zien in zijn films.
Als kind nam zijn moeder hem vaak mee naar de bioscoop en hij maakte kennis met een verscheidenheid aan genres. “De enige hobby die ik als kind had, was films kijken.”
Wong Kar Wai behaalde een diploma in grafisch ontwerp. Daarna volgde hij een training bij een televisiestation en leerde mediaproductie. Hij ging schrijven voor televisie, maar verlegde zijn aandacht al snel naar filmscenario’s. Het was vooral lopendebandwerk waar hij niet veel voldoening in vond. In de jaren tachtig was hij betrokken bij talloze films van anderen. Maar tegen het eind van het decennium kon hij zijn eerste eigen film maken.
BEGIN VAN ZIJN FILMCARRIÈRE
Wong Kar Wai is een filmmaker wiens films worden gekenmerkt door niet-lineaire verhaallijnen, sfeervolle muziek (vaak Spaans!) en een levendige cinematografie met gedurfde, verzadigde kleuren. Hij ontwikkelde een visueel onmiskenbare stijl en esthetiek voor zijn films die, onder anderen, Quentin Tarantino en Sofia Coppola inspireerden.
Zijn debuutfilm als regisseur was AS TEARS GO BY in 1988. De film was redelijk succesvol in Hongkong en sloot aan bij de misdaad- en actiefilms die op dat moment erg populair waren. Vooral Jackie Chan en Jet Li zetten het genre internationaal op de kaart. Wong Kar Wai wilde echter meer poëtische en persoonlijke films maken.
Met DAYS OF BEING WILD (1990) sloeg hij een andere weg in. Het was ook de eerste samenwerking met cameraman Christopher Doyle, met wie hij later nog veel films zou maken. Doyle was van groot belang voor het waarmaken van het beeld dat Wong Kar Wai voor ogen had. Hij heeft wel eens gezegd dat Doyle hem begrijpt, die blik die een reactie is op ‘het dagelijkse leven in de stad’. In plaats van de focus te leggen op een gestructureerd narratief, legt Wong meer de focus op de stemming en de sfeer. Hierdoor werd DAYS OF BEING WILD de eerste typische Wong Kar Wai-film. Geen enkele andere film in Hongkong had eerder zo’n uitdagende vormgeving en psychologische diepgang gehad. De film won alle belangrijke prijzen bij de Hong Kong Film Awards maar was een financiële mislukking. DAYS OF BEING WILD was duur geweest en had niks opgeleverd, waardoor Wong Kar Wai zijn regie-ambities in de koelkast zette.
“Wat de internationale cinema zo interessant maakt, is dat elk territorium zijn eigen gevoeligheden heeft. Als je kijkt naar een Indiase of Franse film dan heeft die een specifieke emotionele kleur. En al is de taal anders, als de film succesvol is, heeft hij iets met ons gemeen en is begrijpelijk."
Na een aantal jaren keerde Wong Kar Wai terug als regisseur en vond een internationaal publiek met zijn films die op de grote filmfestivals veel aandacht kregen.
In 1994 verscheen het historische epos ASHES OF TIME (1994). De film was geen box office succes maar won op het filmfestival van Venetië een prijs voor cinematografie. Bovendien wordt ASHES OF TIME gezien als belangrijke inspiratiebron voor Ang Lee’s CROUCHING TIGER HIDDEN DRAGON (2000).
CHUNGKING EXPRESS verscheen ook in 1994 en was de film die Wong Kar Wai echt internationaal op de kaart zette. Niet in de laatste plaats door de steun van Quentin Tarantino en het toonaangevende Franse filmtijdschrift Cahiers du Cinema.
Wong Kar Wai had oorspronkelijk drie verhaallijnen in gedachte. Hij gebruikte er twee voor CHUNGKING EXPRESS waarin twee politiemannen in Hongkong verliefd worden. De een op een mysterieuze vrouw uit de onderwereld en de ander op een serveerster in een nachtrestaurant. Het derde verhaal zou een jaar later de basis vormen voor FALLEN ANGELS (1995), waarin we getuige zijn van ander relaties in een nachtelijk Hongkong.
CHUNGKING EXPRESS werd in zes weken gefilmd. Wong Kar Wai filmde tijdens de nacht wat hij die ochtend had geschreven. De film won Beste Film en Beste Regisseur bij de Hong Kong Film Awards en zou cultstatus verwerven.
FALLEN ANGELS was een logisch vervolg. Een minimalistische plot en een experimentele cameravoering maken de film tot een zintuigelijke belevenis. Alles verdwijnt in de neonverlichte nacht van Hongkong.
Met het romantische drama HAPPY TOGETHER (1997) sloeg Wong Kar Wai een andere weg in. Hij werd (als eerste Chinese filmmaker ooit) onderscheiden als beste regisseur op het filmfestival van Cannes. De film werd grotendeels gefilmd in Argentinië. Het is één van de eerste Chinese films die homoseksualiteit laat zien. Een controversieel onderwerp waardoor het verhaal van een homostel dat probeert in het buitenland hun relatie nieuw perspectief te geven, een dubbele betekenis kreeg. Zeker daar de film uitkwam aan de vooravond van de overdracht van Hongkong aan China. Na HAPPY TOGETHER keerde Wong Kar Wai terug naar Hongkong en maakte – volgens vele lijstjes – een van de beste films van de 21e eeuw: IN THE MOOD FOR LOVE (2000).
IN THE MOOD FOR LOVE is poëtisch en suggestief. De film draait om emotie. Het is een nostalgische visie op Hongkong in de jaren zestig, maar de film laat in het midden waar hij zich precies afspeelt. Net als in DAYS OF BEING WILD ligt de focus op het interieur, niet buiten.
Inmiddels was Hongkong teruggegeven aan China en de gevolgen daarvan fascineerden Wong Kar Wai. In IN THE MOOD FOR LOVE speelt kamer 2046 een grote rol. Zijn volgende film heette zelfs 2046 (2004). Het was een belangrijk symboolgetal want China had beloofd dat er tot 2046 geen grote politieke veranderingen in Hongkong plaats zouden vinden. Inmiddels weten we dat men niet tot 2046 heeft gewacht…
In 2046 (2004) geeft Wong Kar Wai zijn visie op de strijd voor sociale transformatie en identiteit. Het is zijn meeste politieke film. 2046 wordt samen met DAYS OF BEING WILD en IN THE MOOD FOR LOVE gezien als deel van een trilogie. De films worden verbonden door een overkoepelend thema: de eenzaamheid van de protagonisten. Ze arriveren altijd net te vroeg of te laat bij de liefde van hun leven.
Na 2046 vertrok Wong Kar Wai naar de Verenigde Staten en maakte daar MY BLUEBERRY NIGHTS (2007) met Norah Jones, Jude Law, Natalie Portman en Rachel Weisz. Het is andermaal een film over liefde en eenzaamheid. Hij schiep een herkenbaar nachtelijk landschap met neonlichten en melancholie. De muziek was van Ry Cooder. Het werd een erg westerse film die ondanks herkenbare elementen minder typerend voor Wong Kar Wai was.
Wong Kar Wai keerde terug naar de Chinese cultuur met THE GRANDMASTER (2013). Een martial arts film waarin vorm en thema’s consistent zijn met zijn vroegere werk. De film was technisch en artistiek van hoog niveau. Dat kwam ook door het werk van William Chang, met wie Wong kar Wai langdurig samenwerkte voor vormgeving en kostuums. THE GRANDMASTER werd voor twee Oscars genomineerd: het kostuumontwerp van William Chang en de cinematografie van Philippe Le Sourd.
ZIJN STIJL
Wong Kar Wai staat erom bekend te draaien met een onaf scenario. Hij filmt atmosfeer met een overdaad aan kleur, geluid en licht om de stemming van zijn protagonisten en hun belevenissen te laten zien. Hij wijkt daarmee sterk af van het soort film dat in de jaren negentig populair was in Hongkong. Dat waren vooral actiefilms, snel, flitsend en uiterst gewelddadig. Wong Kar Wai werd juist geïnspireerd door lome scènes en weemoedige beelden die aan de Franse impressionistische cinema deden denken.
Zijn hoofdrolspelers verlangen naar romantiek, terwijl ze zich de vergankelijkheid van het leven maar al te bewust zijn. Beelden van een individu alleen in een vol restaurant benadrukken de eenzaamheid en individualiteit van de enkeling in een drukke hectische stad als Hongkong.
Door vaak met dezelfde acteurs te werken ontstaat herkenning en continuïteit. Het is onvermijdelijk dat je het gevoel krijgt dat hun liefdesverhalen nooit eindigen.
Muziek speelt een grote rol in de films van Wong Kar Wai. De soundtrack van IN THE MOOD FOR LOVE was zo succesvol dat er zelfs een tweede album verscheen. In zijn films, en dan vooral IN THE MOOD FOR LOVE, zijn Spaanse nummers (gezongen door Nat King Cole) prominent aanwezig.
“Mijn moeder had een goede muzieksmaak en haar favoriete zanger was Nat King Cole. Toen ik jong was, gingen we naar restaurants. In die tijd was daar veel muziek te horen. Vanwege de grote Filipijnse bevolking in Hongkong was Spaanse muziek populair. Ik probeer die tijd terug te brengen, dus heb ik populaire Spaanse muziek in mijn films gebruikt. Het is ook een herinnering aan mij moeder.”
Wong Kar Wai maakt auteurscinema. Met zijn films ontwikkelt hij zijn eigen visuele en narratieve stijl. Hij geeft zijn persoonlijke visie op liefde en eenzaamheid. Wong Kar Wai geeft je het idee dat na afloop van een film de ervaring nog niet stopt. Hij vertelt niet zozeer een verhaal, maar creëert een belevenis voor de kijker.
POLITIEKE BOODSCHAP
Wong Kar Wai staat niet bekend om expliciete politieke boodschappen of diepe maatschappelijke thema’s, maar zijn werk is indirect het resultaat van de tijd en de plaats waarin het gemaakt is. Een groot deel van zijn oeuvre is niet los te zien van de Britse overdracht van Hongkong aan China.
In 1984 was in een Chinees-Britse verdrag de weg naar de overdracht van Hongkong vastgelegd. Hongkong was een Britse kroonkolonie die in 1987 (toen de pachtovereenkomst afliep) aan China zou worden overgedragen. Er waren allerlei voorwaarden en afspraken overeengekomen, maar sinds het verdrag van 1984 vroeg de bevolking van Hongkong zich af hoe haar toekomst er uit zou zien. Ook filmmakers bogen zich over hun relatie met China. Het resulteerde in een specifieke filmstroming die het onderwerp eerder met zelfreflectie dan met cynisme tegemoet trad. Het bracht de cinema van Hongkong een nieuw niveau van volwassenheid. Dat vinden we dan ook terug in de films van Wong Kar Wai.
Zijn debuutfilm DAYS OF BEING WILD was een direct gevolg van de overeenkomst en gaat over een onzekere toekomst. IN THE MOOD FOR LOVE refereert aan onrustige tijden in Hongkong in 1962. Dat slaat op het leven de personages, maar ook op de algehele sfeer in Hongkong. Ondanks het Britse regime werd de toenemende invloed van de Communistische Partij in China toen duidelijker voelbaar. 2046 is Wong Kar Wai’s meest politieke film want de titel refereert immers aan het jaar waarin China zich kon gaan bemoeien met de politiek in Hongkong.
“Al mijn films gaan over Hongkong, zelfs als ze zich in Argentinië afspelen.” In het westen werd HAPPY TOGETHER vooral als liefdesverhaal gezien, maar Wong Kar Wai’s landgenoten zagen iets anders. Ze zagen een filmmaker die probeerde de implicaties van de overdracht te bevatten. Het was geen toeval dat de film een maand voor de overdracht in Hongkong in premiere ging. Het was ook niet toevallig dat de film begon met het beeld van Britse Hongkong paspoorten en eindigt met een treinreis in Taipei, niet Hongkong. Ligt de toekomst in Taiwan? Intussen klinkt een versie van het liedje ‘Happy Together’, een titel die een succesvolle eenheid kan voorspellen, of als bittere ironie gezien kan worden.
CANNES
In 1997 werd Wong Kar Wai de eerste Chinese regisseur die een prijs won op het Filmfestival van Cannes (beste regisseur voor HAPPY TOGETHER). Hij zou regelmatig terugkeren naar Cannes. Zowel IN THE MOOD FOR LOVE, 2046 en MY BLUEBERRY NIGHTS werden genomineerd voor de Gouden Palm. In 2006 was hij zelf juryvoorzitter.
Geraadpleegde bronnen:
Sense of Cinema, Oxford Bibliography, BBC, Britannica, Wikipedia
Podcasts:
De Cineville Podcast > De wereld van Wong Kar-Wai, deel I: Chungking Express, Fallen Angels & Happy Together
De Cineville Podcast > De wereld van Wong Kar-Wai, deel II: In the Mood for Love & 2046
Artikelen:
De melancholisceh doolhoven van beeldtovenaar Wong Kar Wai
THE GRANDMASTER vertelt het verhaal van twee Kung Fu specialisten: hij komt uit het zuiden van China, zij komt uit het noorden. Hij is Ip Man, de legendarische leermeester van Bruce Lee, haar naam is Gong Er. Hun wegen kruisen op de avond van de Japanse invasie in 1936.
Wong Kar Wai's weelderig bijdrage aan de omnibusfilm EROS, waar ook Steven Soderbergh en Michelangelo Antonioni aan meerwerkten. Een hypnotiserend verhaal over obsessie, onderdrukking en klassenverschillen in het Hongkong van de jaren zestig.
Na het succes van In the Mood for Love (2000) werkte Hongkong-regisseur Wong Kar Wai vier jaar lang aan de volmaakt gestileerde nostalgische sf-film 2046.
Deze liefdeswals met fotografie van Wong Kar Wai’s favoriete cameraman Christopher Doyle, geldt nog steeds als een onovertroffen portret van ingehouden, gepassioneerde sensualiteit.
Hongkong-supersterren en hartenbrekers Tony Leung en Leslie Cheung spelen een stel dat opgesloten zit in een beeldschoon gefilmde liefdestragedie, afwisselend wanhopig en uitzinnig romantisch doordrenkt met heimwee naar Hongkong en een verleden dat niet meer terugkomt.
Stilistisch spectaculaire verkenning van metropool Hongkong by night. De levens van een huurmoordenaar, diens opdrachtgever, een telefoonverslaafde vrouw en een zonderlinge ex-crimineel botsen op elkaar in het Hongkong van de jaren 90.
Regisseur Wong Kar Wai smeedt het grotestadsleven, oosterse cultuur, misdaad, liefde en de muziek van The Mama's and the Papa's (California Dreamin') aaneen tot een bezwerende droomclip.
Kowloon: een bouwvallige wijk in Hong Kong waar ontucht, misdaad en geweld dagelijkse kost zijn. Ah Wah en zijn rechterhand, Fly, gaan achter schulden aan voor rekening van locale bendes.