Begin jaren zestig ontdekken twee jongens de liefde op een katholieke school.
Vader Manolo is getuige van deze ontdekkingen, maar neemt er ook aan deel. De drie personages komen jaren later opnieuw tegen over elkaar te staan. Op ingenieuze wijze lopen de tijden door elkaar en komen de jongens terecht in een web van chantage, wellust en verwarring.